Loslaten, geluk vinden en leren over veerkracht

Wat zijn jouw kernwaarden, hoe kun je loslaten en waar kun je veerkracht vinden? Die vragen komen aan bod tijdens een indrukwekkende Landelijke Middag van de bdKO op Landgoed Sparrendaal. ‘Je mag oordelen, maar je mag een oordeel ook bijstellen.’

Leidinggeven in de kinderopvang vraagt veel van directeuren, stipt bdKO-bestuurslid Annemieke Vermunt aan het begin van de middag aan. Inspringen op de vele veranderingen is noodzakelijk en tegelijk wil je ervoor zorgen dat je team goed blijft functioneren, met aandacht voor elk individu. Bij de ‘spoedcursus geluk’ – waarmee spreker Lonneke van Dasler de landelijke middag aftrapt – worden de aanwezigen meteen aangezet. Een video van een kat die nonchalant voor het raam zit, terwijl een hond aan de andere kant van het glas hem probeert te pakken, zorgt voor een eerste lachsalvo. Maar belangrijker is de vraag die daarbij hoort: wie ben jij? De springende hond of de kat?

Met een paar rake vragen onderzoekt Van Dasler het publiek. Wie zijn die directeuren uit de kinderopvang die hier vandaag aanwezig zijn? De meeste aanwezigen geven hun leven een cijfer 7/8, met een paar uitschieters naar de 9/10. Er zijn geen mensen aanwezig die geboren zijn na 2000 – ofwel: iedereen weet wat een videoband is. Van Dasler gaat met grote stappen door de geschiedenis en schetst hoe ooit gedacht werd dat al die technologische vooruitgang ervoor zou zorgen dat we uiteindelijk nog maar 16 uur per week hoefden te werken. Vooral de komst van de computer zou alles beter maken. Of viel dat toch tegen? Kort laat ze een geestige video zien van een man die zijn computer volledig aan gort slaat. Hoe mooi die technologische ontwikkelingen ook lijken, de stress onder werkenden is juist toegenomen. ‘14,3 procent van de werkenden heeft burn-out-verschijnselen’, zegt van Dasler. Ze legt uit dat een beetje spanning belangrijk is, want dat zorgt ervoor dat we in actie komen. ‘Bijvoorbeeld als we de straat oversteken en we bijna worden aangereden. Maar een te veel aan spanning zorgt voor stress.’

Hartenvrouw
Met een simpele oefening laat ze zien hoe gemakkelijk stress kan ontstaan. Vier mensen worden uit de zaal gehaald. Drie van hen geeft ze een klavervrouw en één persoon krijgt de hartenvrouw. De aanwezigen zien uiteraard niet wie wat krijgt. Nu vraagt Van Dasler aan alle vier hardop te zeggen dat ze de klavervrouw hebben en zeker niet liegen. Aan het publiek de taak om de leugenaar te ontmaskeren. Hoewel de meeste mensen stemmen voor de linker persoon, blijkt de andere deelnemer de hartenvrouw te hebben. Wie scherp naar haar keek, zag de onrust in haar bewegingen en hoe ze direct na het uitspreken van de zin wegkeek. Liegen is lastiger dan gedacht en live zien we voor ons hoe dat stress oplevert. ‘Stress doet wat in je lijf en met je bewegingen’, legt Van Dasler uit.

Weten hoe stress werkt, kan je helpen om te voorkomen dat de stress oploopt. Niet voor niets heeft Van Dasler haar keynote een ‘spoedcursus geluk’ genoemd. Ze schetst hoe dat geluksgevoel kan voorkomen dat je in het steeds groter wordende web van de stress terechtkomt. Haar eerste drie tips zullen voor de meeste mensen niet nieuw zijn: gezond eten, genoeg bewegen en genoeg slapen. ‘Daarmee begint het.’ Maar daarna is eigenlijk de belangrijkste vraag: wat is geluk voor jou? ‘Zorg dat je ontdekt wat je persoonlijke kernwaarden zijn.’ Daarbij is het essentieel om jezelf te realiseren hoe je gedachten werken en wat de stemmetjes in je hoofd herhalen. ‘Alles vindt plaats in je hoofd. Zelfs de gedachte van het ik is een creatie van het brein.’ De kracht van gedachten sturen zal later die middag nog duidelijk worden bij het verhaal van Joseph Oubelkas.

Naar buiten
Eerst legt Lonneke van Dasler uit dat het kan helpen om piekergedachten (problemen, moeilijkheden, verkrampen) te vervangen door functionele gedachten (oplossingen, mogelijkheden, loslaten). Daarbij moet je nooit vergeten hoe belangrijk het is voor je geluk als je blijft lachen. ‘Humor is de emotionele ontlading van het brein. Door te lachen om een grap word je direct relaxter.’ Dat is te merken aan de zaal. Haar grappige video’s over eigenwijze dieren, ouders die hun kinderen op het nippertje van een val redden en komiek Ricky Servais die een zaal vol filmsterren roast, worden ontvangen met veel gelach. Als Van Dasler eindigt, zit de sfeer er goed in.

Buiten is inmiddels de zon gaan schijnen. Dat komt goed uit voor Nigel Voets, die een workshop jongleren komt geven. Als je naar hem kijkt ziet zijn jongleren er doodsimpel uit, maar dat is natuurlijk schijn. Eén bal soepel van de ene naar de andere hand gooien is al lastig zat, laat staan met twee ballen of zelfs drie. Nigel legt uit hoe jongleren je kan helpen focussen. ‘Wist je dat Max Verstappen dit ook doet om beter te kunnen racen? Het neemt stress weg en brengt je in een tunnelvisie.’ Die totale focus bereikt net niet iedereen, maar de lol is er niet minder om. Wanneer de groep moet samenwerken in tweetallen, vallen de ballen bij een deel vooral op de grond. Bij een enkel tweetal verloopt het wél soepel. Zo lukt het twee mannen om los te laten en de perfecte samenwerking aan te gaan. Daar alleen al naar kijken is wonderschoon.

Over veerkracht
Binnen eindigt de middag met het indrukwekkende verhaal van Joseph Oubelkas. Opgegroeid in Raamsdonkveer, als kind van een Marokkaanse vader en een Nederlandse moeder. U spreekt wel goed Nederlands, hoort hij nog weleens. Ooit kon hij kwaad worden om zoveel onwetendheid, maar inmiddels wordt hij nog zelden boos en dat heeft alles te maken met een gebeurtenis van twintig jaar geleden.

Hij vertelt over hoe hij naar zijn studie IT-specialist wordt en in 2003 een eigen IT-onderneming start. Het leven lacht hem toe, tot Joseph in 2004 op werkbezoek is in Marokko. Het land waar hij nog steeds van houdt, benadrukt hij direct in zijn keynote. Maar wel het land waarin hem iets vreselijks wordt aangedaan. Want als hij daar op 23 december 2004 bij één van zijn cliënten komt aanrijden en vraagt wat er aan de hand is, wordt hij meegenomen naar het bureau. Op dat moment denkt hij enkel dat hij als een soort getuige wordt gehoord.

Zorgen maakt Joseph zich niet. Aan zijn moeder heeft hij beloofd om met kerst thuis te zijn en het vliegticket is geboekt. Wel schrikt hij ervan dat hij een nachtje moet blijven, maar de aanwezige gezagsdragers vertellen hem keer op keer dat het allemaal goedkomt. Het blijkt een leugen. Uiteindelijk staat hij voor de rechter en hoort 10 jaar celstraf tegen zich eisen. In zijn paspoort zouden meer uitreis- dan inreis-stempels staan, waardoor ze hem verdenken van drugshandel. ‘Ik schopte, schreeuwde en huilde alles bij elkaar. Zakte in een ravijn van verdriet. Op dat moment hield mijn kleine rechtvaardige wereld op met bestaan.’

Licht zoeken
Wanneer Joseph over die periode spreekt, is het muisstil in de zaal. Zijn verhaal maakt duidelijk diepe indruk, al zorgt hij ervoor dat het nooit te zwaar wordt. Lustig strooiend met grapjes, warm vertellend over zijn moeder die hem meer dan 400 brieven schreef en vrolijk Marokkaans pratend met aanwezige Ismaïl. ‘Weet je wat ik doe? Ik sluit jullie nu keihard buiten’, zegt hij grijnzend tegen de aanwezigen. ‘Dat voelde ik ook in die gevangenis. Ik sprak goed Frans, maar moest beter Marokkaans leren om de anderen te verstaan.’

Oubelkas komt terecht in mensonterende omstandigheden. Gevangenen liggen als sardientjes naast elkaar en delen de goorste toiletten. Even laat hij een foto zien. Een brei aan vieze voeten, gezichten zonder tanden en lege blikken. Er zijn mensen die op mooiere plekken depressief worden, maar Joseph niet. ‘Ik wist: mijn moeder wacht op me thuis. Aan haar schreef ik: ze kunnen mijn lichaam opsluiten, maar mijn geest blijft zo vrij als een vogel.’
Naar eigen zeggen kan hij uren vullen met het beschrijven van alle ellende die hij in die gevangenis meemaakt. Gevangenen zitten aan de drugs, op de meest onverwachte moment ontstaan vechtpartijen en er worden kapmessen vanuit het niets tevoorschijn gehaald. Twee keer per dag krijgt hij een smakeloos prutje, wat door moet gaan voor soep. Het is bijna niet voor te stellen dat dit ooit het leven was van de goedgeklede en humoristische Joseph. ‘Als mensen mij nu zien, zullen ze nooit meteen raden dat die tijd in de gevangenis ook mijn verhaal is.’

Opnieuw programmeren
Hij deelt graag hoe hij wist te overleven in die verschrikkelijke omstandigheden. Vanzelf gaat dat niet. Joseph ziet trotse mannen na hem binnenkomen, die na drie of vier maanden gebroken zijn. ‘Het werden schaduwen van zichzelf.’
Het hielp hem dat hij post kreeg, support vanuit huis en kaartjes. Eén daarvan laat hij zien. In eerste instantie lijkt het een gewoon ansichtkaartje, maar als hij hem opent komt er een slingertje uit. Zijn moeder maakt het voor hem, vlak voor kerst. Om ergens aan de muur op te hangen. Daarna stuurt ze er nog 200, voor alle gevangenen om hem heen. Ze moedigt haar zoon aan om contact met hen te zoeken. ‘Kijk ze aan in de ogen. Vraag naar hun naam. Je mag oordelen, maar je mag een oordeel ook bijstellen. Zelf ontdekte ik in die tijd: wat mijn omgeving ook is, ik kan het verschil maken. Ik heb mijn brein opnieuw geprogrammeerd, omdat vol te kunnen houden.’

Het zit bij Joseph in kleine doelen. Zo ziet hij hoe veel gevangenen uiteindelijk terug naar huis gaan met rottende tanden. Dat overkomt hem niet, besluit hij. Van zijn moeder krijgt hij tandpasta en flosdraad opgestuurd. Hoe heftig de dag ook is, hij verzorgt zich. ‘Soms stond ik in een laag uitwerpselen, maar ik bleef mijn tanden poetsen.’
Zijn positieve houding valt op. Langzaam krijgt hij wat meer vrijheden. Eens in de week werkt hij in de gevangeniswinkel en later gaat hij sportles en taalles geven. ‘Langzaam werd de gevangenis mijn wereld. 1637 dagen en nachten lang.’

Opkrabbelen
Na 4,5 jaar krijgt hij te horen dat hij zijn straf verder in Nederland mag uitzitten. Na aankomst, wordt hij in een cel gezet. Eventjes. Tot hij hoort: u mag naar huis. ‘Naar dat moment had ik jaren uitgekeken. De openbaar aanklager keek me aan en zei: maak er wat van. En ik zei: ik maak er wat van. Daar heb ik me altijd aan gehouden.’

Niet meteen, want de jaren waarin hij onschuldig vastzat zijn niet zomaar weggepoetst. Hij krijgt geen schadevergoeding, geen uitkering en wordt bestookt met aanmaningen. ‘Er was geen empathie, geen sympathie’, zegt hij, met een klein beetje bitterheid. Maar dankzij zijn ouders en vrienden krabbelt hij langzaam op.
Zich altijd vasthoudend aan de gedachte: ik bepaal hoe ik mijn leven ga leiden. Wat er is gebeurd heeft hem tot een ander mens gemaakt. Intens geniet hij van alles wat er nu in zijn leven ontstaat. Dat hij gebroken nachten had na de geboorte van zijn zoontje? Zijn vrienden mopperden erover, maar Joseph genoot van de donkere nachten waarin hij zijn huilende baby wiegde. Lachend vertelt hij hoe vrienden soms tegen hem klagen en abrupt stoppen. Kun je wel klagen over gebroken nachten als je tegenover een man zit die bijna vijf jaar lang gebroken nachten had in verschrikkelijke omstandigheden? Joseph ziet hoe ze dan hun geklaag vaak even inslikken. ‘Tegelijk heeft iedereen recht op zijn eigen worsteling. Mijn verhaal is te groot om de zorgen van een ander mee te vergelijken.’

Er waren in de jaren na de gebeurtenissen echt wel donkere momenten, erkent hij, maar volmondig kan Joseph nu zeggen dat het goed met hem gaat. Als hij een foto deelt van zijn lieve moeder die zo belangrijk voor hem was, kijken heel wat aanwezigen met een zachte blik naar haar. Hoe groot de ellende ook was in het leven van Joseph, hij laat zien dat je met de juiste steun en mindset bergen kan verzetten. Het is een emotioneel en krachtig verhaal over veerkracht en zal bij de meeste aanwezigen nog lang nazinderen.